top of page
Fréderic

Ubud: De mythe ontkracht

Iedereen die wel eens naar een reisblog of een site met reistips surft, kent het wel: alles op een bepaalde locatie is fantastisch en moet je bezoeken. Zelf de negatieve dingen worden zodanig verbloemd, dat zelf de minst interessante bezienswaardigheid toch een plaatsje op je to do lijstje krijgt. En als je dan zelf een bezoek brengt denk je: “was dit het nu?” Ik krijg het er van. Des gouts et des colours on ne discute pas, maar niemand heeft baat bij een stront die met parfum is bespoten en waarop een fusee is geplaatst. Dus als ik iets schrijf op deze blog, dan zal het niet altijd positief zijn, maar het zal wel altijd oprecht zijn, zowel in het positieve als het negatieve. Zo ook als het over Ubud gaat.

Het begon allemaal vier jaar geleden toen ik voor het eerst in Ubud aankwam. Na een trip van twee weken door het landelijke Java en het rustige noorden van Bali, was Ubud een verschrikking. Ongelooflijk druk, zowel in het verkeer als op straat en ik had, excuse le mot, een Blankenberge gevoel bij Ubud toen ik er voor het eerst doorliep: dagjestoeristen op slippers met tanktops, roodverbrande schouders en harige oksels flanerend door de winkelstraten waar je vooral veel te dure brol koopt die nog voor je terug in je thuisland bent al kapot is. Maar klopt het gezegde dat je geen tweede kans krijgt om een eerste indruk te maken? In het geval van Ubud alleszins niet. Vergelijk het met wijn. Je kunt mij tien verschillende wijnen voorschotelen (figuurlijk, letterlijk zou ik halverwege al onder tafel liggen) en ik zal er acht slecht vinden. Wil dat zeggen dat wijn slecht is? Nee, je moet gewoon focussen op die twee goeie, daar ten volle van genieten en op zoek gaan naar gelijkaardige wijnen. Zo is het ook met Ubud.


1. Saraswati Tempel & Ubud Palace


Laten we beginnen met een wijn die gemakkelijk binnengaat, maar waarvan je na één glas wel genoeg hebt. Dat is deze plaats. Ubud is een stad die gekenmerkt wordt door vier hoofdstraten: 3 parallelle wegen met één dwarsstraat (Jalan Raja Ubud ofte Koning van Ubud straat) die ze alle drie verbindt. Deze tempel en het paleis vind je op één van de kruisingen, in het hart van de stad, waardoor het stom zou zijn om er niet binnen te glippen De Saraswati tempel is een mooie Boeddhistische tempel, omgeven door grote vijvers waar gigantische witte lotussen op groeien. Het levert mooie plaatjes op al zul je er wel de vele toeristen moeten bijnemen. Wil je foto’s zonder toeristen, dan moet je misschien proberen wat ik ooit gedaan heb. Vroeg opstaan, naar de Starbucks gaan (ja, zo toeristisch is deze plek dat er een Starbucks naast ligt) en via een paadje naast de WC’s binnendringen.

saraswati pura temple bali ubud
Saraswati Temple

Een goeie honderd meter verder ligt het paleis van Ubud. Op het internet vind je vele mensen die de pracht en praal van dit paleis beschrijven, maar eerlijk, ik zie het niet. Het domein is niet groter dan een tennisplein, de gebouwen zien eruit zoals honderden andere gebouwen op bali en de binnenkoer is… een binnenkoer. Maar bon, het is gratis en het ligt in het centrum, dus neem vooral zelf een kijkje. Na zonsondergang kun je op deze locatie en ook in de Saraswati tempel gaan kijken naar de typische Balinese dansvoorstellingen. Het is absoluut niets voor mij, maar des gouts et des couleurs… Dus als dit je ding is, is Ubud de kans om dit te ontdekken. Zorg er wel voor dat je een paraplu bij hebt als je in het regenseizoen gaat, want 50% kans dat er ’s avonds een plensbui valt.

ubud palaca bali
Ubud Palace

2. Ubud Street Market


Vlakbij de tempel en het paleis, vind je ook de markt van Ubud. Geen vismarkt of groenten- en fruit markt, maar wel een “kunst”markt. En kunst staat niet toevallig tussen haakjes. Ben je op zoek naar brol en bucht? Dan ben je hier aan het juiste adres. Een kilometer lang straatkraampjes met allerlei toeristische spullen die je normaal nooit zou kopen. Maar doordat de zon schijnt, je in een goeie stemming bent én omdat je dan thuis kunt zeggen dat je iets op de markt in Bali hebt gekocht nadat je ferm hebt afgedongen, is dit toch een overweldigend succes. Maar t-shirts met “Bali” op, houten penissen in alle kleuren en lengtes, armbandjes, gevlochten handtassen met schelpjes op, kunst noemen? Jan Hoet draait zich om in zijn graf. Ok, genoeg negativiteit. De markt op zich, heeft een bepaalde gezelligheidsfactor: de zon, de kleuren, een gezellige drukte, af en toe wat okselgeur,... Het is leuk om er eens door te flanneren al zijn de opdringerige verkopers wel een afknapper. Op dit laatste moet je je wel voorbereiden als je in het centrum van Ubud rondloopt. Je kunt er letterlijk geen twintig stappen zetten zonder aangesproken te worden: “You want taxi, boss?”, “Massage mister, massage?”, “You want sarong sir?”, “Tickets for fire dance, yes?” Conclusie: de markt is een wijntje waar je instant koppijn van krijgt, maar je kunt het toch niet laten om eens te proeven.

Ubud Art Market

Nog een kleine voetnoot. Recentelijk zijn er wel wat wijzigingen geweest en is de markt opgesplitst in twee straten (de ene in het verlengde van de oude locatie, de andere naast de Starbucks die ik hierboven vermeldde) doordat men een gigantisch marktgebouw van twee verdiepingen aan het bouwen is die gedeeltelijk op de oude straatmarkt ligt. Wat er in dit nieuwe gebouw zal komen weet ik niet exact. Het wordt een markt, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat men de straatmarkt in dit gebouw gaat ploffen. Dan neemt men de grootste charme van de markt weg: het kuieren door kleine, zonovergoten straatjes. Dus ik vermoed dat het eerder een markt zal worden waar je allerhande soorten voeding zult kunnen kopen. Maar daarover later meer, als deze opengaat. En dat lijkt slechts een kwestie van dagen te zijn.


pasar ubud
De nieuw gebouwde markt

3. Magical Rice Fields


Tijd voor mijn favoriete wijn in Ubud. Amper honderd meter verwijderd van de Saraswati tempel, ligt een piepklein steegje waar je 99 procent van de mensen nietsvermoedend voorbij loopt (naast The Paon International). Echter, dit steegje leidt naar een verborgen parel van Ubud. Na een wandeling van enkele honderden meters die allesbehalve gemakkelijk is (eerst moet je tien meter langs een afgrond van tien meter diep stappen, daarna moet je twee maal gebruik maken van houten planken om verder te gaan), wissel je de drukte van Ubud in voor de rust en uitgestrektheid van deze magische rijstvelden die zich kilometers ver uitstrekken.


Wandel dit paadje met prachtig zicht verder af tot je aan de Sweet Orange Warung komt die ik eerder al beschreven heb en geniet daar van de rust en de natuur, amper enkele honderden meters verwijderd van de drukte van de stad. En het wordt steeds gemakkelijker om dit pad te volgen, aangezien er enkele private initiatieven zijn om het slecht onderhouden pad te vernieuwen. Hierbij maken ze gebruik van donaties van bezoekers die in ruil hun tekst op de tegel mogen placeren. Zoals ook ik heb gedaan.

Als je de Sweet Orange Warung verlaat en verder stapt via het pad, kom je na ongeveer vijf honderd meter aan een splitsing: rechts keer je terug naar de stad, waarbij je één van de twee delen passeert van de Street Market, links kun je nog een kilometer verder stappen door de rijstvelden tot dit pad doodloopt.


4. Campuhan Ridge Walk


Campuhan Ridge Walk

Ongeveer een kilometer van het hart van Ubud, vind je nog een tweede wandeling, dit keer met een jungle zicht. De Campuhan Ridge Walk is eentje die behoorlijk bekend is en al zeker het beeld van de palmbomen bovenop de heuvel. De Campuhan Ridge Walk kwam eerder al aan bod en is zeker de moeite waard door de veelheid aan dingen die je er kunt zien. De wandeling zelf begint aan het Ibah Warwick hotel waar je links een steile afdaling neemt die leidt naar een mooi tempelcomplex. Als er geen ceremonies zijn, kun je die bezoeken, maar zelfs als je niet binnenstapt, kun je genieten van het zicht op de hoge toren. Recht tegenover de ingang van de tempel, leidt een stenen trap tot aan het punt waar de twee rivieren die rondom de kam van de Campuhan Ridge lopen, samenvloeien.


Om aan het pad zelf te beginnen, moet je één van de kolkende rivieren over. Daarna wacht een stevige wandeling van twee kilometer, waarbij vooral de eerste vijf honderd meter stevig bergop gaan, tot aan de top van de heuvel. Vanaf daar gaat het op-en-af langs de bekende palmbomen om uiteindelijk uit te komen in Campuhan, een kunstenaarsdorpje waar in ieder geval veel mooiere dingen te vinden zijn dan in de kunstmarkt van Ubud zelf. Loop dus zeker nog een stukje verder als je aan het einde van het pad bent gekomen. Terugkeren naar Ubud kan op twee manier: ofwel op je stappen terugkeren, ofwel een taxi nemen die je langs de andere zijde terug naar Ubud brengt.


5. Ubud Sacred Monkey Forest

Eindigen doen we in het heilige apenbos, een stevige en unieke wijn. Dit is de enige van de bezienswaardigheden in Ubud, die zich in het zuiden van de stad bevindt en ook de enige waar je een toegangsticket moet kopen. Het bos zelf is behoorlijk groot en zit vol met honderden langstaart makaken die vrij rondlopen en slingeren door de bossen. Met andere woorden, je bevindt je te midden van de apen en hun territorium, wat een unieke ervaring is. Op zich is het niet gevaarlijk, maar let er wel op dat je geen voeding bij je hebt, ook niet ergens in een rugzak, want daar komen de apen zeker op af. Kijk ze ook niet recht in de ogen of lach niet naar hen, want daarop kunnen ze agressief reageren.

De reden waarom het bos heilig is, is door het feit dat er drie tempels in het bos zijn, maar ook omwille van verschillende bomen die voor de Balinezen als heilig worden ervaren. Het heeft dan ook een hoog Lara Croft gehalte om de wandeling van anderhalf uur door de bossen en tempels te maken.

Kleine aapjes


Comments


nieuwsbrief
bottom of page