Na de eerste twee dagen in Ubud hebben we ons lesje wel geleerd. Ochtendstond geeft niet alleen goud in de mond, maar zorgt er vooral voor dat je de regen te snel af bent. De jetlag is stilaan verteerd en we slagen er in om voor acht uur te ontbijten zodat we de regen in de namiddag te snel af zijn.
Tijdens dat ontbijt, dat, hoe kan het ook anders in dit klimaat, buiten wordt geserveerd, worden we vergast door enkele acrobaten die door de bomen slingeren. De vele eekhoorns zijn vooral in de ochtend actief in hun zoektocht naar eten en springen letterlijk van de hak op de tak.
Vooraleer we onze zoektocht naar een villa beginnen, besluiten we om het pad te volgen dat we vanuit onze hotelkamer zien liggen aan de overkant van de rivier: de Campuhan Ridge Walk, één van de zovele bekende plaatjes in Bali die Instagram sieren. Een pad op
de top van een bergkam met langs beide zijden jungle en rivieren.
De wandeling begint met een klim tot de top van de bergkam met als gevolg dat we, ondanks het vroege aanvangsuur toch al kletsnat van het zweet zijn na een goeie vijf minuten stappen. En dat alles door een temperatuur van dertig graden in combinatie met een hoge lucht-vochtigheid door het regenseizoen.
We zijn nog relatief vers op het Balinese eiland, dus op dit moment schrikken we nog van elk geluid dat uit de struiken komt, al is dat meestal een gekko of reuzesalamander die meer angst van ons heeft, dan omgekeerd. De zon schijnt volop en het uitzicht over de jungle, net buiten Ubud, is prachtig.
Na enkele kilometers komen we terug in de bewoonde wereld in het kunstenaarsdorpje Campuhan. Op het moment dat de huisjes langs de kant van de weg terug plaats maken voor natuur in de vorm van eindeloze rijstvelden, houden we halt bij een gezellige warung naast een kunstmatig aangelegde vijver vol witte lotussen en met zicht op de rijstvelden, alwaar we onze dorst lessen en even uitrusten voor wat die middag komt.
Die namiddag staan namelijk onze eerste bezoeken aan villa’s gepland. De eerste villa die we bezoeken, ligt aan de Oostkant van Ubud, in een klein straatje. De villa op zich is best ok, maar niet het type woonst wat we in gedachten hebben.
Aangezien we nog even tijd hebben vooraleer we op de tweede locatie verwacht worden, besluiten we wat rond te struinen in het straatje alwaar nog twee prachtige villa’s staan. Ook al weten we dat ze geen spek voor onze bek zijn, want we spreken over spek dat stevig geprijsd staat aan 12.000 en 14.000 euro per maand. Alstublieft.
Maar nu we hier toch zijn, kunnen we evengoed een glimp opvangen van Ubud’s duurste villa’s en even wegdromen. Aangezien beide villa’s leeg staan in afwachting van nieuwe gasten, kunnen we met een smoesje zelf even binnen stappen in villa’s die niet zouden misstaan in Marbella of Beverly Hills.
Na even weggedroomd te hebben bij deze majestueuze villa’s, is het tijd om naar het zuiden van Ubud te gaan, waar een tweede villa op ons wacht. Perfecte ligging op één kilometer van de stad, een huis in een rustige straat dat gelegen ligt tussen rijstvelden en jungle, maar vooral het huis zelf is volledig mijn ding. Liefde op het eerste zicht.
Een villa volledig uit hout opgetrokken, met een grote, open leefruimte met veel glas. Langs de tuinzijde was deze ruimte volledig open en kon niet afgesloten worden, wat gezien het warme klimaat geen enkel probleem is en voor mij zalig is, aangezien ik graag in open lucht leef. Die open zijde van de leefruimte geeft uit op de tuin en een groot zwembad die afgebakend wordt door een stukje jungle. Een fantastische locatie. Helaas was er ook één nadeel.
De villa zelf was al verhuurd voor vele maanden, waardoor we enkel de komende anderhalve maand in dit pareltje kunnen verblijven. Maar desondanks is deze villa de ideale uitvalsbasis om onze zoektocht naar een villa waar we langdurig kunnen verblijven. En dus trekken we enkele dagen later in in deze villa, genaamd Rumah Janiza.
Comments