Na een verblijf van enkele dagen in Kuching, één van de grootste steden op het eiland Borneo, trok ik vandaag richting één van de vele nationale parken in Borneo: Bako National Park. Om in het park te geraken dat zich op een schiereiland buiten Kuching bevindt, moest ik een bootje nemen enkele kilometers van de enige nederzetting in het park. Dat is namelijk de enige manier om het nationale park te bereiken. Na een boottocht van een kwartiertje, zette ik voet aan land in het park, checkte in, deponeerde mijn bagage in de lodge waar ik zou overnachten en trok mijn wandelschoenen aan voor een eerste, voorzichtige verkenning. Normaliter zijn er een tiental wandelroutes die door ruw en ongerept regenwoud leiden, maar de drie langste wandelroutes waren tijdelijk gesloten. Volgens verschillende bezoekers heeft dat te maken met het feit dat men de natuur zo de kans wil geven om te herstellen. Op die manier bleven er nog een zestal wandelroutes over, helaas degene die het minst ver leiden in de jungle, maar op mijn tweede dag door de jungle zou ik ervaren dat dat allerminst een ramp is. De afstanden van de verschillende routes moet je namelijk met een behoorlijke korrel zout nemen.
Tijd voor een eerste wandeling door de jungle van Borneo. Doordat ik pas rond 15 uur aan mijn trip begon, was er al bijna geen kat meer te vinden in het immense park en liep ik dus urenlang alleen door de jungle. En ook al zijn er paden uitgestippeld die je door de enorme jungle voeren en kun je niet verdwalen, het is allesbehalve een gemakkelijk trip. Eerst en vooral ben je binnen enkele minuten kletsnat van het zweet door de tropische hitte, maar ook de ondergrond en het stevige klim- en daalwerk maken het allemaal lastiger dan je zou vermoeden. En ook mijn angst voor slangen (ja, die zitten er en zijn giftig) en de buikgriep die nog in mijn lijf zat, maakten het allemaal nog extra moeilijk. Na een half uur stappen door het ongerepte regenwoud, hoorde ik plots een geluid dat ik het best kan beschrijven als een mix van een koe die loeit en een teddybeer met een pieper in zijn buik. Ik vermoedde dat dit het geluid was van de proboscis monkey, in het Nederlands de neusaap genaamd, en dat zou ook zo blijken te zijn. Ik hoorde takken bewegen en hield me muisstil tot ik hem of haar zag zitten, een dertigtal meter verwijderd van mij, tien meter boven de grond. Ik besloot om te wachten tot het beest bewoog, want het tegenlicht van de zon en het dikke gebladerte maakten het onmogelijk om een goed zicht te hebben, laat staan een foto te nemen. Vele minuten gingen voorbij, zonder dat het beest van plaats veranderde. Instinctief draaide ik me op een bepaald moment om en zag daar plots een jong exemplaar, een kleine meter groot, op enkele meters van mij zitten! Was hij mij aan het besluipen, kwam hij net uit de boom gekropen of had hij mij gewoon niet gezien, ik weet het niet, maar ik zat dus zonder het te beseffen enkele meters van één van de zeldzaamste dieren op aarde. Het jonge dier was zo geschrokken toen ik me omdraaide, dat het zich tien meter verder ging verschuilen achter een klein plantje van waar het mij angstig aankeek, om even later het hazenpad te kiezen. Nummer 2 van mijn Borneo Big 5 is op die manier gespot.
Op de tweede dag in het park, besloot ik om enkele andere paden te bewandelen die dieper in de jungle gingen. Het was op die trip, die me door prachtige jungle en richting ongerepte paradijselijke stranden bracht, dat ik ontdekte dat de afstanden die op de kaart staan die je krijgt, allesbehalve correct zijn. Gelukkig zijn de tijden dat wel. Volgens mij zijn de afstanden gewoon in vogelvlucht gerekend. Want tijdens een wandeling van 2.6 kilometer enkele trip kwam ik uit op 8 kilometer heen en terug. En dan moet je nog in gedachten houden dat het begin van deze wandelingen altijd één kilometer verwijderd ligt van de lodges. Dus als je rekent op een trip van 5 kilometer, kom je uit op 10 kilometer. Daarenboven was de hitte ondraaglijk en het landschap erg ruw en bergachtig om door te trekken. Met als resultaat dat ik op het keerpunt, waar je een fantastisch zicht op de kustlijn hebt, al zonder drank zat en nog anderhalf uur moest terug wandelen. Lichte paniek. Lichte paniek die gelukkig wat werd verzacht toen ik halverwege mijn terugtocht een tiental andere bezoekers tegenkwam die allemaal hetzelfde euvel hadden: geen water meer en redelijk uitgeput. Het gepraat onderling deed de vermoeidheid en de dorst even vergeten en het zorgt ook voor een soort van veiligheid voor het geval er iemand helemaal doorheen zakte, wat gelukkig niet gebeurde.
Na enkele uren rust en na het naar binnen kappen van ettelijke liters water, besloot ik nog deel te nemen aan de avondwandeling onder leiding van de rangers van het park. De oogst van deze wandeling: vuurvliegjes, spinnen de grootte van een hand (de ene al giftiger dan de andere), catfish, sivetkatten, vleermuizen, grote kevers tot twintig centimeter waarvan ik de naam zelf niet meer ken en tot slot twee pit-vipers, zeer giftige, groene slangen die zich schuilhouden tussen het al even groene gebladerte van takken. Eerlijk, als je niet weet dat ze er zitten, zul je ze niet zien. Wat mijn slangenfobie alleen maar verergerde. Ik heb het eerder al aangehaald, ik blijf me verbazen van het feit hoe klein al die giftige slangen zijn. Op foto en film lijken die altijd groot, maar in realiteit zijn die niet dikker dan een duim en ongeveer een halve meter lang. Maar extreem giftig (doch niet dodelijk mits de juiste behandeling).
Na het zien van al deze beesten was het tijd om de dag af te sluiten en dat met goed 20 kilometer op de teller. Ik had dus dringend nood aan een douche. Maar daarvoor moet er natuurlijk wel water voorradig zijn. En dat was er dus niet, als gevolg van het droge seizoen. En ook de andere bezoekers hadden blijkbaar geen stromend water. Gelukkig had ik tijdens de avondwandeling een landgenoot ontmoet die als enige wel stromend water had. Maar die had dan weer de pech dat hij een kamer had moeten boeken zonder airco. Aangezien ik twee slaapkamers met airco had, leverde dat de ideale voedingsbodem op voor een win-win situatie: ik een verfrissende douche, hij een kamer met airco, wat gezien de tropische temperaturen geen overdreven luxe was.
Daags nadien werd ik gewekt door een massale vechtpartij op het dak van mijn bungalow. Een groep makaken was met elkaar op de vuist gegaan wat tot een hoop geklop leidde. Het is eens een andere manier van wakker worden. Het zijn zeker niet de enige dieren die te vinden zijn rondom de lodges. Ook eekhoorns en wilde zwijnen komen zonder gêne rond je slaapplaats snuffelen op zoek naar eten.
De opdracht voor vandaag was simpel: op zoek gaan naar een groep neusapen in de hoop van ze dit keer uitgebreid te kunnen bestuderen. Het duurde vele uren en ik heb van hot-naar-her gestapt door het regenwoud, tot ik opeens in de verte geluiden hoorde. Langzaamaan hoorde ik het woud tot leven komen en de dierengeluiden en het geluid van wuivende, krakende bomen kwam traag maar gestaag mijn richting uit. Na een half uur was het dan zover: een groep proboscis apen sprong hoog boven mijn hoofd van de ene naar de andere boom op zoek naar malse bladeren om hun dikke, ronde buik vol te proppen. Een uur lang heb ik kunnen genieten van de acrobatische toeren die ze uithaalden dertig meter boven mijn hoofd, springend van de ene naar de andere boom, zonder enige vorm van hoogtevrees.
En met deze unieke ontmoeting, viel een doek over mijn verblijf in dit prachtige nationale park. Morgenochtend stond een boottocht, taxirit en vlucht op het programma naar het noordoosten van het eiland, richting Kota Kinabalu.
Comments