Na een tussenstop van 36 uur in Surabaya, was het tijd om naar mijn derde bestemming op mijn trip door Indonesië te trekken: Lombok. Lombok is het eiland net ten oosten van Bali dat naar het schijnt veel weg heeft van Bali, maar dan het Bali van voor het massatoerisme. Tijd om dat eens te checken.
Van Surabaya naar Lombok is het helemaal niet lang vliegen, ongeveer 45 minuten. Maar iedereen die al eens gevlogen heeft weet, dat het niet het vliegen is dat het meeste energie vreet, maar wel alles errond en vooral alles errond dat in de soep kan lopen. Laat me je meenemen op mijn vlucht van 45 minuten.
8u15: taxi haalt me op aan mijn hotel in het centrum van de stad.
9u00: aankomst in de luchthaven na een vlotte rit door de miljoenenstad Surabaya.
9u45: Na eindeloos aanschuiven en nadat een overijverige balie medewerkster mijn anderhalve kilogram overgewicht niet door de vingers wil zien, moet ik mijn schelp van een halve meter en ettelijke kilo's die ik in Raja Ampat gevonden had en meehad als geschenk voor mijn moeder, uit mijn valies halen.
9u50: De schelp wordt in beslag genomen wanneer mijn handbagage wordt gecheckt aangezien het een potentieel wapen is.
10u30: Nog 40 minuten tot opstijgen, maar de vlucht is verlaat met een uur.
11u10: het aanvankelijke moment van opstijgen en er wordt omgeroepen dat het de laatste call is voor Lombok. Hu?
11u25: ik stap op een oververhitte en stampvolle bus.
11u50: Na een rit van 25 minuten zijn we niet in Lombok, maar wel compleet aan de andere kant van de luchthaven om te boarden.
12u45: anderhalf uur later dan gepland stijgen we op.
14u30: Geland in Lombok na een vlucht van 45 minuten. “Je bent verkeerd, Fréderic.” Nee hoor, Lombok ligt in een andere tijdszone, vandaar dat er 1u45 minuten is verstreken.
14u45: Mijn bagage loopt als eerste van de band.
15u00 Na een kwartier bekvechten met extreem opdringerige taxichauffeurs (helaas een constante in elke luchthaven in Indonesië), heb ik mijn chauffeur gevonden.
15u30: aangekomen op mijn eerste bestemming in Lombok: Kuta.
Kuta in Lombok is niet te verwarren met het Blankenberge van Bali, ook Kuta genaamd. Dit Kuta is een klein dorpje in het zuiden van Lombok, maar wel in trek bij toeristen. Al zijn er al meteen twee grote verschillen te merken met Bali. Enerzijds is elke vrouw hier gesluierd omwille van het feit dat het overwegende geloof hier de Islam is in tegenstelling tot Bali, anderzijds is het hier qua drukte en qua aantal toeristen nog geen tiende van wat Bali is. In het kleine centrum is er vooral 's avonds een aangename, uitgelaten sfeer in de tientallen bars en restaurants die heel westers aanvoelen en heel lekkere maaltijden voorschotelen. Aangezien mijn hotel amper 500 meter van dit centrum ligt, heb ik er elke avond kunnen genieten van heerlijk eten. Dat hotel waar ik verbleef was trouwens heel modern, gezellig en rustig, met prachtige kamers voor een prijs waarvoor je in België niks zult vinden.
In de dagen na mijn aankomst, ben ik op verkenning getrokken in de omgeving. Meteen vielen mij een aantal zaken op. Niet enkel zijn er veel minder toeristen en is het in het algemeen tientallen keren minder druk dan op Bali, maar ook de natuur is er nog veel ongerepter en ook ruwer dan in Bali. En ook de wegen zijn in veel betere staat en een oase van rust in vergelijking met Bali. Vooral in de omgeving van het racecircuit van Mandalika. Dit circuit dat is aangelegd voor de Moto GP en sinds 2022 in gebruik is, was mijn eerste tussenstop en was een ideale plek om met mijn drone te vliegen. Het circuit is uniek in de wereld omwille van zijn ligging aan de boorden van de zee.
De tweede stop was het strand van Aan, een rustige baai enkele kilometers buiten Kuta. Maar vooraleer ik daar aan het strand ging liggen, trok ik eerst naar een nabijgelegen heuvel van waarop je een adembenemend zicht hebt op de kustlijn van Zuid-Lombok.
Op het strand zelf werd ik als een wereldster behandeld. Elk kind zwaaide en riep naar mij en tientallen mensen kwamen naar mij met de vraag of ze een foto met mij mochten nemen. Lombok is dus absoluut nog niet ten prooi gevallen aan het massatoerisme, want behalve op de surfstranden en in Kuta zelf, kom je er geen Westerling tegen. Waardoor een bleekscheet nog altijd een bezienswaardigheid is voor de lokale bevolking.
De tweede dag van mijn verkenningstocht door Zuid-Lombok, voerde mij nog verder van de bewoonde wereld richting stranden waar je geen kat tegenkomt. Maar wel buffels en koeien die de weg oversteken zonder kijken. En af en toe een mens. De wegen veranderen er ook in grindpaden of aardewegen, maar op die manier kom je wel op stranden die je qua natuurpracht en ongereptheid zelf niet op Bali zult vinden.
Vooraleer ik mijn driedaags verblijf in Kuta afsloot, besloot ik nog om een niet echt gekende plek in de buurt te bezoeken: De Batcave. Ik ging ze normaliter in de late namiddag bezoeken, maar door een korte regenbui werd dat zonsondergang (wat in dit gedeelte van de wereld standaard rond zes uur is). Ik met volle goesting trok ik richting de grote grot waar je in kunt gaan om de duizenden en duizenden vleermuizen te bezichtigen in hun natuurlijke habitat. De jongeman die mij ging gidsen was erg blij. "Zonsondergang is het meest avontuurlijke moment om de grot te bezoeken" zei hij. Waarop ik antwoordde: "jazeker, want dan komen alle vleermuizen naar buiten." Maar helaas doelde hij daar helemaal niet op. Zonsondergang is namelijk het moment waarop alle pythons uit de omgeving de grot komen bezoeken in een poging om vleermuizen te vangen. Het idee om na zonsondergang in een grote grot met duizenden vleermuizen en tientallen meterslange slangen te kruipen, is echter niet aan mij besteed, dus heb ik dit avontuur aan mij laten voorbijgaan.
Na Kuta was het tijd om door te reizen naar mijn volgende hotel, ongeveer twintig kilometer naar het Westen. Daar verbleef ik in één van de rustigste hotels waar ik ooit ben geweest, een hotel dat overigens werd uitgebaat door Belgen uit de Kempen die al meerdere jaren in Lombok wonen en sinds een jaar een mooi en modern hotel uitbaten: Amazing Lombok Resort. Zeer aangename mensen en het gaf me eindelijk de kans om nog eens Vlaamse kost te eten!
Op de eerste dag heb ik niet veel kunnen doen, behalve schrijven aan deze blog en het bewerken van filmpjes, aangezien na mijn aankomst de hemelsluizen open gingen. Normaal gezien een detail dat ik niet zou vermelden, maar in dit geval is het wel belangrijk. Daags nadien trok ik namelijk richting een bekend surfstrand in de buurt, Mawi Beach. Ik vond het al vreemd dat Google Maps zei dat ik een half uur nodig zou hebben om het traject van tien kilometer af te leggen, maar halverwege de rit snapte ik waarom. Het asfalt maakte plaats voor rotspaden en aardewegen die door de overvloedige regenval daags voordien veranderd waren in modderpaden. Het zorgde ervoor dat ik tientallen keren ben beginnen slippen en me drie maal heb vastgereden in de modder waarna ik kniediep in de modder moest baggeren terwijl ik mijn scooter voortduwde. Maar het was het waard, want het strand bood één van de mooiste uitzichten die ik ook aan zee heb mogen aanschouwen. Daarenboven was de zee gezegend met golven tot drie meter hoog waarop surfers hun ding deden. Ik heb al een pak surfstranden gezien in Indonesië, maar dit waren zeker de strafste surfers die ik ooit gezien heb. Het gaf mij alleszins de kans om prachtige plaatjes te schieten.
Maar als je uren op een strand zit, moet je ook eens een sanitaire stop inlassen. Ik had al vele mannen een boom zien opzoeken en af en toe dook een vrouw voor twee minuten het water in, maar ik ging toch op zoek naar een toilet. Dat ik ook vond. Maar dat ongelooflijk vies was. Dus in plaats van de deur met mijn handen te openen, gaf ik de deur een stamp met mijn voet. En dat was geen goed idee zo bleek. Niet enkel was de WC een gore plek waar niemand zijn behoefte zou willen doen, daarenboven ging er achter de deur een soort van bijenraat die door de open gestampte deur in paniekmodus schoot en de indringer te lijf ging. Ik heb het op een lopen gezet, maar zoals in de tekenfilms bleven de bijen mij achtervolgen tot op het strand vooraleer ze mij met rust lieten. Het leverde mij een aantal bijensteken op, maar gelukkig enkel op mijn handen en armen en zo erg is het allemaal niet, want ik zit desondanks de beten toch nog aan dit verhaal te typen.
Comments