Voor mijn eerste stop verbleef ik op Pulau Mansuar, één van de vele eilanden die Raja Ampat vormen, en dit in een dorpje waar misschien twintig huizen staan. Waar de kleinsten op straat rondlopen met een bal of in de zee aan het ravotten zijn en telkens luidop “hello” roepen als je als vreemdeling passeert en daarbij overenthousiast beginnen te zwaaien. Het leek me de ideale plek om op eerste verkenning te gaan in de regio. De eerste dag liet ik het allemaal even bezinken, want het leven hier is echt zoals het bij ons honderd jaar geleden was en daar had ik wel een aanpassingsperiode voor nodig. Zoals in een vorige post gezegd, is er geen stromend water dus een bad nemen of douchen is geen optie, dat gebeurt in zee. Tanden poetsen aan de lavabo of na een toiletbezoek doorspoelen? Vergeet het. Elektriciteit? Enkel na zonsondergang wanneer de generator wordt aangelegd, maar hou er rekening mee dat die één op de twee dagen eens enkele uren uitvalt. En een airco of zelfs nog maar een ventilator is helemaal een verre droom. En het eten? Dat was eigenlijk nog best ok. Al moet je wel van vis en rijst houden. Veel anders is er niet te vinden in deze contreien.
De homestay zelf waar ik verbleef bestond uit drie paalwoningen in zee. Heel idyllisch en het levert prachtige plaatjes op. Maar hou u vast aan de takken van bomen waaruit deze zijn opgebouwd als het ’s nachts begint te onweren. De wind heeft vrij spel en de paalwoning davert op zijn houten grondvesten. En dat heb ik één nacht mogen meemaken. Zo’n paalwoning is ook een volledige open woning. In de vensters zit er geen glas, tussen het dak en het raam zit een open ruimte van minstens twee meter waar de wind vrij spel heeft en de voordeur is een houten schuifdeur, zonder slot. Geen enkel huis kan hier namelijk afgesloten worden. Zeker in de eerste dagen maakte ik me daar zorgen over. Niet zozeer voor mijn eigen veiligheid, maar wel voor de veiligheid van mijn eigen spullen als ik op stap was. Want ik ben op rondreis met mijn ganse hebben en houden: laptop, drone, een pak cash geld aangezien digitaal betaalverkeer hier op de meeste plekken onbestaande is, paspoort, bankkaarten, al mijn kleding, … Dat alles ligt gewoon voor het grijpen. Maar blijkbaar is dat geen zorg hier, dus heb ik er me na enkele dagen maar over gezet.
In het dorp zelf is niks. Zoek niet naar een restaurant of winkel, want je zult het niet vinden. Zelf wegen zijn er niet en zouden ook geen zin hebben gezien de structuur van de eilanden. Het enige vervoermiddel dat je vindt, zijn vissersbootjes. En niet overvloedig, maar eens om het kwartier eentje die in de verte passeert. Dat zorgt wel voor een ongelooflijke rust, een plaats zonder auto’s, vliegtuigen, scooters of helikopters. Enkel het geluid van zingende vogels, spelende kinderen en af en toe dus een motorboot. En de wind en de golven. Meer niet. Zalig…
Maar dus bij gebrek aan vervoermiddel op het land, ging ik die eerste dag maar te voet op verkenning op het tien kilometer lange eiland met een breedte van ongeveer één kilometer. Een verkenning die niet lang geduurd heeft en die me ook iets heeft bijgeleerd: Op geen enkel ongerept, tropisch eiland kun je het eiland rondstappen. Geen enkel. Films en tv-shows willen ons het tegendeel tonen, maar de rand van een tropisch eiland bestaat voor 99 procent uit rotsen die metershoog uit zee opdoemen en waarvan elke vierkante meter is overwoekerd met planten en bomen. En ga je meer dan tien meter van de kust op de weinige plaatsen waar er wel een zandstrand is en dus meestal ook een minimale bebouwing, dan loop je meteen vast op een ondoordringbare jungle. Elk eiland hier is nog puur en ongerept. Wat er dus ook voor zorgt dat je gevangen zit als je niet via de zee weg kunt.
Ik slaagde erin om in de ene richting enkele honderden meters af te leggen over een klein zandpad, vooraleer ik op een ondoordringbare vegetatie botste, langs de andere kant kwam ik nog terecht in een uit de kluiten gewassen dorp met een honderdtal hutjes en zowaar een grote kerk. Dat het een kerk is, is niet onlogisch aangezien West-Papua hoofdzakelijk katholiek is, maar dat er in zo’n klein dorpje zo’n grote kerk staat, dat is wel opzienbarend. In de komende weken zou ik het nog veel zien. Dorpen met karige hutjes die op instorten lijken te staan met centraal een mastodont van een kerk opgebouwd uit de beste materialen. Als zij maar gelukkig zijn zeker? Eenmaal de kerk gepasseerd, liep ook deze zandwegel vast op de jungle. In een uur had ik dus alles wat ik te voet kon verkennen, verkend. En mijn voornemen om naar de andere kant van het eiland te stappen waar het meest spectaculaire rif van gans Raja Ampat ligt, blijkt nu dus helemaal lachwekkend. Niet enkel omdat de jungle ondoordringbaar is, maar ook omdat dat strand misschien maar één kilometer van mij verwijderd is, maar dat in die kilometer wel een heuvel van 400 meter hoogte ligt die onmogelijk te beklimmen valt.
Maar met de boot is het dus geen probleem om aan de andere kant te geraken, wat ik dan ook op dag 3 heb gedaan. Een half uur varen met de boot om in zee te springen in, wat mij betreft, de allermooiste snorkel- of duikplek is waar ik ooit ben geweest. Duizenden en duizenden vissen in alle denkbare kleuren, formaten en vormen, ze zitten er allemaal. Een haai van anderhalve meter heb ik er ook gespot, de zeeschildpadden die er vaak zitten helaas niet.
Nadien ging het met de boot naar de Manta Feeding Station. Manta’s, in correct Nederlands mantaroggen, zijn de allergrootste roggen op aarde, met een totale spanwijdte die kan oplopen tot zeven meter en een gewicht tot 3.000 kilogram. De dieren eten enkel plankton en heel kleine visjes, dus als mens hoef je er geen schrik voor te hebben. En ondanks dat het punt kilometers ver van de kust lag, was ik op geen enkel moment op mijn ongemak in het tien meter diepe water. Na een tiental minuten rondzwemmen, kwam dan plots het eerste exemplaar in mijn buurt. En hij kwam recht op mij af. Mijn eerste kennismaking was meteen al een klein angstmomentje. Gelukkig dook het dier onder mij door. Nadien heb ik nog een vijftal mantaroggen gezien, gaande van een tweetal meter in breedte tot een vijftal meter. Ze passeerden naast me en onder me en waren volop aan het eten met hun wijd opengesperde bek waarmee ze alle plankton en kleine visjes filteren uit het zeewater. Een unieke ervaring.
De overige dagen heb ik me vooral geamuseerd met het zwemmen rondom het rif dat aan mijn homestay lag, want ook daar waren veel prachtige vissen te bewonderen. En als ik niet aan het snorkelen was, was ik helaas op mijn gsm aan het staren, iets wat ik nochtans ging laten hier. Maar daar hebben de telecomgoden zelf voor gezorgd. Ik had zoveel foto’s en filmpjes door te sturen, dat ik zonder het te beseffen, een pak gigabyte aan data er had doorgejaagd en al mijn krediet had opgebruikt. Plots zat ik op een eiland ver weg, waar er geen wifi bestaat en ook geen winkels waar je belkrediet kunt kopen, zonder data. En plots besef je, hoe snel je naar een gsm grijpt als je iets wil weten. “Mijn oor doet pijn van het snorkelen, welke medicatie zou daarvoor helpen?” “Ik moet mijn volgende verblijf contacteren om af te spreken waar ze mij komen ophalen, hoe ga ik dat nu doen?” “Ik heb nog geen terugvlucht, eens kijken welke vlucht het best aansluit bij de uren van de ferry.” “Ik zou graag nog dat eiland bezoeken, welke maatschappij biedt trips naar daar aan?” Maar goed, ook zonder internet en zonder bereikbaar te zijn, valt alles op zijn plooi en ben ik in mijn tweede verblijf geraakt.
Maar als afsluiter nog dit. Want bij de titel, die je ondertussen al vergeten bent, hoort natuurlijk ook een verhaal. Bij mijn vertrek kwam de zus van de eigenaar plots op mij af, degene die elke dag gekookt had voor mij. Ze wou mijn gsm-nummer hebben. Ik had er eerst geen erg in, tot ik zag hoe kinderlijk gelukkig ze was toen ze met mijn gsm-nummer vertrok. Toen ik op de boot naar de volgende homestay stapte, kwam de eigenaar zelf nog even naar me toe met de mededeling dat vrouwen uit Papua heel goed zijn voor hun man. En toen viel mijn frank helemaal. Eerst dacht ik dat het al lachend bedoeld was, maar hij maakte mij heel erg duidelijk dat zijn zuster een perfecte partij zou zijn voor mij. En zo zit ik hier nu met een vrouw uit Papua die al een week lang mijn whatsapp blijft opblazen, want in het tweede verblijf heb ik wel wifi.
Comments