Plots had ik het in mijn kop gekregen om naar een uithoek van de wereld te trekken, Raja Ampat. Een algemene uitleg over deze regio in het noordoosten van Indonesië, een stuk van Papoe, kun je hier lezen. Dan weet je meteen wat deze archipel zo aantrekkelijk maakt en welke opofferingen je moet brengen om er te geraken en te verblijven.
Maar goed, ik had dus het idee om naar Raja Ampat te trekken, volgens verschillende websites het laatste paradijs op aarde. En als je naar de foto’s van Raja Ampat kijkt, dan snap je ook wat ze bedoelen. Fréderic er dus heen. Maar niet vooraleer ik de nodige extra’s heb aangeschaft: eigen snorkelgerief, een waterdichte toestel om met mijn gsm onder water te kunnen filmen en enkele extra batterijen voor mijn drone aangezien je enkel in de avond over elektriciteit beschikt om deze op te laden.
Al snel had ik door dat de populairste manier om Raja Ampat te bezichtigen, niet binnen mijn budget paste. Een trip van tien dagen rondom alle eilanden op een phinisi, een houten luxe boot die weggelopen lijkt uit de tijd van Colombus, is de beste manier om alles te zien en in een bepaalde luxe te vertoeven, maar het is helaas ook een dure aangelegenheid van 300 a 500 eur per nacht per persoon. En wie in zijn eentje een kajuit boekt, betaalt nog eens 50 tot 100 procent extra. En 5.000 EUR voor een trip van tien dagen, die in vele gevallen ook nog eens meer gericht is op duikers dan op snorkelaars, was toch net iets van het goeie te veel.
Dan maar alternatieven uitzoeken. Hotels zijn er amper in de regio (vier, als ik goed geteld heb), dus ben je wel aangewezen op homestays: houten bungalows of paalwoningen die de lokale bevolking hebben opgetrokken. Dat werd het dan ook. En omdat ik de regio ook wou verkennen, boekte ik drie verschillende homestays op drie verschillende eilanden voor in totaal twee weken voor de prijs waarvoor ik nog geen twee nachten op een phinisi had kunnen doorbrengen. Stap 1 geslaagd.
De volgende stap was dan om op de bestemming te geraken. Een rechtstreekse vlucht vanuit Bali was er al niet, dus ofwel moest ik 1.000 kilometer de verkeerde richting uitvliegen richting Jakarta en vandaar naar Sorong vliegen (de luchthaven die het dichtst bij Raja Ampat ligt, want Raja Ampat zelf heeft geen luchthaven) ofwel moest ik halverwege een tussenlanding maken in Makassar om dan naar Sorong door te vliegen. Wat beiden in ieder geval gemeen hebben, is dat de tweede vlucht, naar Sorong, een nachtvlucht is. Ik ging voor optie 2: een tussenstop in Makassar, enkele uren overnachten in het Ibis Budget hotel in de luchthaven en dan om vier uur terug de vlieger op. Of dat was toch het plan. Tot twee weken voor mijn vertrek alle vluchten van Makassar naar Sorong werden geschrapt. Ondertussen weet ik al dat dat een beproefd recept is. Vergeet niet dat Indonesië bestaat uit 17.000 eilanden en de enige praktische manier om van het ene naar het andere eiland te trekken, is via vliegtuig. Dus zijn er dagelijks van elk belangrijk eiland naar elk ander belangrijk eiland vluchten aangeboden door verschillende luchtvaartmaatschappijen. Als die echter enkele weken voordien zien dat hun vlucht op die datum niet in trek is, schrappen ze die gewoon. Al lijkt het mij wel dat er sowieso elke dag één vlucht is, dewelke ik dus moest nemen. Om geen tweede keer tegen dezelfde steen te lopen, heb ik wel gewacht tot 48 uur voor vertrek om deze te boeken. Wat sowieso de interessantste optie is. De laatste dagen voor een vlucht op een niet-populaire lijn, zakken de prijzen elke dag. Om te tonen hoe populair de lijn Makassar – Sorong was voor de dag waarop ik vloog: op het vliegtuig zat ongeveer dertig man en dat voor de enige vlucht die dag.
Doordat mijn vlucht vanuit Makassar nu enkele uren later was dan de originele vlucht, opteerde ik om enkele kilometers van de luchthaven te overnachten en niet op de luchthaven zelf (aangezien uit reviews blijkt dat het lawaai van de luchthaven het quasi onmogelijk maakt om te slapen daar). Bijgevolg moest ik een taxi nemen naar dit hotel. Er zijn nog maar enkele plaatsen waar ik bang ben geweest om in het donker buiten te komen: Saly in Senegal, Nizwa in Oman maar voeg daar nu ook maar de luchthaven van Makassar aan toe. Vooreerst was ik er de enige blanke en werd ik door iedereen aangestaard. En ik had nog geen voet uit de luchthaven gezet of ik werd omsingeld door 20 man die allen mijn chauffeur wilden zijn, de ene al wat opdringeriger dan de andere. Minutenlang bleven ze me achtervolgen terwijl ik een reglementaire taxi zocht. Maar die willen ’s avonds laat waarschijnlijk ook niet op deze plek zijn. Dan maar een Grab boeken, zo ben ik tenminste zeker van een faire prijs (ook al was die vijf maal hoger dan wat ik in Bali zou betaald hebben voor dezelfde rit). Maar ook dat lieten de opdringerige chauffeurs niet gebeuren. Vanuit alle hoeken bleven ze me maar omsingelen. Ik heb ze dan maar snel wijsgemaakt dat ik in het Ibis hotel bleef overnachten en ben naar daar gestapt door een druilerig, vies donker steegje alwaar ik in de lobby een Grab-taxi geboekt heb naar mijn hotel. Eenmaal ingecheckt was het al middernacht en de wekker voor de volgende dag stond om 6 uur dus dook ik snel het bed in.
Na een rusteloze nacht die veel te vroeg onderbroken werd door het ochtendgebed, dook ik nog snel onder de douche in de wetenschap dat dit mogelijks mijn laatste douche in twee weken tijd zou zijn. De rit terug naar de luchthaven van amper enkele kilometers, regelde ik wel via een taxi en wel aan een faire prijs. Tot ik instapte. De sjarel had nog geen meter gereden of hij schotelde mij al google translate voor de voeten waarop stond dat hij hetzelfde bedrag ook nog cash wou krijgen. Het ging maar om 2 euro en ik had geen zin in gezever, dus zei ik maar snel dat het goed was. Na een rit van vijf minuten door de buitenwijken van Makassar die veel weg hadden van Afghanistan, dropte hij mij af aan de luchthaven, al bleek de 2 EUR extra plots 4 EUR extra te zijn. Terugdenkend aan de vorige avond en het soort volk dat mij toen omsingeld heeft, pruttelde ik pro forma wat tegen en betaalde ik snel om geen problemen te krijgen. Iets te snel, want zo zag ik niet dat hij op de meter ook nog eens 2 EUR extra intikte. En zo werd een taxirit van vijf minuten en 2 euro plots 8 euro. Omdat je via de app van de taximaatschappij altijd de mogelijkheid krijgt om een rating te geven, ging ik over tot de score van 1 op 5 met de mededeling dat de chauffeur oneerlijk is. En blijkbaar delen ze die feedback met hun chauffeurs en hebben ze hem op de vingers getikt. En blijkbaar had die chauffeur ook mijn nummer gekregen om mij op te halen, want nog voor ik op mijn vlucht naar Sorong sprong, zat mijn whatsapp al vol met verwensingen. Ik denk dat ik Makassar even ga mijden de komende decennia.
Ondertussen zat ik op de vlieger, alles verliep vlekkeloos, geland in Sorong, alweer werd ik daar als enige blanke omsingeld door freelance taxichauffeurs, maar na een rit van amper enkele minuten stond ik in de haven van Sorong een ticketje te kopen voor de ferry naar Raja ampat. Ik ging voor de VIP-behandeling zodat ik de twee uur durende overtocht niet in een compartiment waar de temperatuur tot 40 graden oploopt moest doorbrengen, maar wel in een airco-gekoelde ruimte. Na een vlekkeloze overvaart van honderd kilometer kwam ik aan in Waisai, de hoofdstad van Raja Ampat. Stel je daar dus niets bij voor want het is niet meer dan een dorp van enkele duizenden inwoners, al is het de enige plaats in Raja Ampat waar er enkele kilometers asfalt liggen. En die heb ik mogen ontdekken, want vooraleer je Raja Ampat in mag, moet je twee vergunningen kopen. Eentje aan de haven en eentje drie kilometer verder. Daar sta je dan mooi met je veel te zware koffer. Lang verhaal kort, aangezien er mij nog een boottocht van een uur stond te wachten waarbij ik werd opgepikt door iemand van de homestay in een klein visserssloepje, heb ik bij die man mijn spullen achter gelaten, ben ik achterop gesprongen bij de eerste de beste scooter die ik zag, door zeven van de vijvenveertig straten van de hoofdstad gereden om de tweede vergunning te gaan kopen en hop de boot in richting homestay.
En dan overvalt er een enorme rust, maar ook een bevreemdend gevoel. Plots zit je op een houten vissersbootje van een meter breed en acht meter lang te scheuren over een biljart vlakke oceaan waarbij enkel aan de horizon nog enkele eilanden te bespeuren zijn.
Pas na drie kwartier kom je terug in de buurt van het vasteland en na een uur, wanneer de luide motor stilvalt bij het aanleggen, beland je in het meest feeërieke decor waarin ik ooit heb gezeten. Maar de video spreekt voor zich. En zet zeker de klank op. Totale rust, absoluut een paradijs die het waard is om 24u onderweg te zijn.
Comments