We zitten dus in Singapore, zonder plannen, zonder toiletgerief en zonder propere kleren. Maar dit biedt natuurlijk ook een onverwachte kans om Singapore te ontdekken. Voor degenen die Singapore enkel van naam kennen, het is een welvarende stadstaat in Azië met een oppervlakte van 700km² en ongeveer 6 miljoen inwoners. Dat is vergelijkbaar met 2/3 van Londen, zowel qua oppervlakte als qua inwonersaantal. En dat is niet de enige link met Londen die getrokken kan worden. Engels is er ook de officiële taal, de auto’s rijden er links en het stadsgezicht doet me wat denken aan “The City” in Londen, het financiële hart. Dit alles is een logisch gevolg van het feit dat Singapore tot 1965 een onderdeel van Groot-Brittannië was. Naast het Engels zijn het Maleis, Mandarijn en Tamil nog officiële talen in dit kleine landje. De meeste aanduidingen en informatie op restaurant of in de winkels zijn dan ook in het Engels en het Mandarijn, een leuke maar onleesbare vorm van Chinese tekens. Singapore is ook een eiland (ttz. eigenlijk 63 eilanden), zij het dat er amper enkele honderden meters tussen Singapore en het vasteland liggen. Dat vasteland ligt in het noorden en is Maleisië dat enkel door twee enorme bruggen verbonden is met Singapore.
Ik zei ook dat het een welvarend land is, zeker naar Aziatische normen. Dat merk je aan de vele luxe-winkels en luxewagens die door de straten van Singapore rijden. Dat merk je ook aan de perfecte en moderne look van de gebouwen en straten, maar ook in je portemonnee. De prijzen in de winkels en op restaurant liggen hier quasi 20 a 30 procent hoger dan in België, het gemiddeld loon ligt hier ook bijna de helft hoger en de prijs van een appartement in het centrum met drie slaapkamers start rond de 3.500 EUR per maand en gaat al snel richting 10.000 EUR per maand. Londense prijzen met andere woorden. Een deftige hotelkamer onder de 200 EUR vinden, is ook geen sinecure, tenzij je ver uit het centrum wenst te verblijven. En nu we toch over geld bezig zijn, de munt is de Singaporese Dollar, grofweg 2/3 qua waarde van 1 EUR. En het geld, dat is het properste geld dat ik ooit in handen had. Het lijkt wel alsof de biljetten van plastiek zijn gemaakt: zo glad, zo proper en onmogelijk om er kreuken in te maken.
Maar goed, tijd om te stoppen met mijn spreekbeurt over Singapore en de stad in te trekken. Mijn eerste missie bestaat er in om verse sokken te vinden bij gebrek aan een tweede paar. Na 48 uur in een tropische hitte, heeft de geur van mijn sokken veel weg van een mix tussen camembert en doerian. Ik heb nog geen hotelbediende aan de deur gehad, maar met de geur die mijn sokken nu hebben, is dat maar een kwestie van tijd. De stad in dus! Op dat vlak zitten we ideaal, in het hart van Singapore, vlak bij Raffles City, een shopping center genoemd naar de oprichter van Singapore, dat het meest exclusieve van Singapore is. Mont Blanc, Rolex, Gucci, … ze zijn er allemaal gehuisvest. En daarmee begint mijn avontuur in de wondere wereld van de Singaporese shoppingcentra.
Want op straat, daar zie je quasi niemand. Erg vreemd in een miljoenenstad. Waar zitten al die mensen dan? In airco gekoelde shopping centra zo blijkt. En shoppingcentra die vind je overal in het centrum. Ik heb zeker tien kilometer gestapt door Singapore, zonder ooit in de buitenlucht te komen. Elke blok van de stad (denk in New York-stijl), heeft op de eerste verdiepingen een shoppingcenter met daarboven, tien, twintig tot wel vijftig verdiepingen kantoren en woonappartementen. Grote en kleine shoppingcentra, één, twee tot wel zeven verdiepingen. En elk van die shoppingcentra is onderling verbonden met ondergrondse gangen. En die ondergrondse gangen hebben op hun beurt ook nog eens winkels en horecazaken. Een ondergrondse stad waar alle leven zich afspeelt. Overal zijn winkels, bars, restaurants, kapsalons, zelf kinderspeelparken, fitnesszalen en dansstudio’s. Je moet het je voorstellen alsof je de Meir, de Veldstraat en de Brussels Nieuwstraat aan elkaar plakt, maal tien doet en dan onder de grond stopt. Zo enorm is het. Je kunt hier kilometers lang wandelen van het ene shoppingcenter naar het andere zonder één voet buiten te zetten. En elk shoppingcenter ziet er compleet anders uit dan het vorige. Ik heb een perfecte oriëntatie waardoor ik quasi nooit verkeerd loop, maar hier heb ik toch enkele keren goed moeten nadenken waar ik in hemelsnaam zat. En al zeker omdat free wifi hier blijkbaar niet bestaat. Een groot probleem als je geen Singaporese simkaart in je GSM hebt zitten en op zoek moet naar je hotel.
Niet dat Singapore achter zit op ons. Wel integendeel. Naar mijn aanvoelen loopt deze stad vijf tot tien jaar voor op België. Wil je gaan eten op restaurant? Aan elk restaurant hangt een QR-code voor een virtuele wachtrij. Scannen, aanmelden en van zodra een tafel vrij is, krijg je een sms. En in afwachting krijg je reeds een link met de menukaart waarop je al kunt aangeven wat je gaat eten en drinken. Nog voor je je benen onder tafel hebt geschoven, is je bestelling al doorgestuurd naar de keuken. Maar het leukste vond ik, de sushi-restaurants met treintjes die je bestelling die je via je gsm hebt doorgegeven, voor je neus komen neerplanten! Ocharme de mensen die als ober werk willen vinden...
Maar naast deze licht futuristische kant van Singapore waar ik mijn ogen op uitgekeken heb, is er ook een authentieke kant. Zoals Chinatown of theehuizen op Engelse aristocratische leest geschoeid waar Singaporese dames in mantelpakjes thee gaan slurpen uit porseleinen tasjes. In Chinatown was het vooral de Boeddhistische tempel die mij kon bekoren met zijn prachtige kleuren. En zo levert dit onverwacht verblijf in Singapore, toch nog enkele unieke ervaringen op.
Comments