Strand, hoge golven, surfers, bikini-babes en party like we are in St Tropez. Dat zouden de vijf trefwoorden zijn die ik zou bedenken moest Erik Van Looy in De Slimste Mens vragen waaraan Canggu mij doet denken.
Vandaag staat stap drie van onze verlenging van het visum op het programma. We moeten onze paspoorten terug gaan ophalen die we een tiental dagen eerder in het kantoor in Sanur hadden afgegeven. Het zou logischer zijn om ze terug in Sanur op te halen, maar aangezien we toch de keuze hadden in welk kantoor we die gingen ophalen, viel de keuze op het kantoor in Canggu. Op die manier hebben we dit gedeelte van Bali ook gezien en het maakt het ophalen van een paspoort, wat hoop-en-al drie minuten duurt, toch een stuk aangenamer.
Canggu is misschien wel de meest Westerse plaats in gans Bali. Je ziet er aan het strand alleszins meer Westerlingen dan Indonesiërs, en al zeker in Finn’s Beach Club, een St Tropez-achtige bar met zicht op zee. De gigantische club met zwembad, pompende beats en een apart VIP-gedeelte voor de betere klasse, verwelkomt zijn uitsluitende niet-Indonesische gasten op drank en eten aan niet-Indonesische prijzen. Het ziet er allemaal prachtig uit, maar ik waan me eerder in Ibiza dan in Bali.
Nadat we geluncht hebben in Finn’s bar trekken we het strand op. Slippers zijn hier een must. De zon staat hoog aan de hemel en het goudkleurige zand heeft de temperatuur van een gloeiend hete kookpan uit “Dagelijkse Kost”. Snel hinkelend van de ene op de andere voet, begeven we ons naar de kustlijn om onze voeten af te laten koelen in het zalige zeewater. De golven, die bij momenten twee a drie meter hoog zijn, zijn het ideale speelterrein voor de vele aanwezige surfers die er hun kunsten etaleren terwijl wij de kustlijn afwandelen op zoek naar een ligzetel mét parasol.
Die laatste vinden we enkele honderden meters verderop. Zoals wel vaker aan de Balinese kust, staan er een twintigtal ligzetels opgesteld voor een gebouwtje dat je het best kan omschrijven als een zelf gefabriceerd tuinhuis. Daar kun je dan, onder supervisie van een lokale zelfstandige, een zetel huren tegen een vaste prijs. Een vaste prijs die je mits een totaal niet-stevige onderhandelingsronde meteen naar beneden kunt krijgen. Maar als het op koppelverkoop aankomt, zit je gebeiteld bij de Balinezen. Nog voor dat we ons neergevlijd hebben op onze ligzetels, hebben we al een uitnodiging te pakken voor ’s mans barbecue die avond. We moeten hem helaas ontgoochelen, want tegen dat de zon ondergaat, zitten wij terug in Ubud. Het weerhoudt de man er niet van om verder te bouwen aan een staketsel van dikke bamboehouten palen. Ik heb een vermoeden dat deze aardige man achterover zou vallen moest ik hem zeggen wat voor een papiermolen hij in België moet invullen vooraleer hij een vergunning krijgt voor een dergelijke strand barbecue.
Tot slot is een bezoek aan het strand niet compleet zonder strandverkopers die volgens de ene over veel doorzettingsvermogen beschikken en volgens de andere gewoon irritant opdringerig zijn. Terwijl ik aan het video-bellen ben met mijn moeder, komen er twee van zo’n dames met een mand vol totaal nutteloze artikels op hun hoofd, op Delphine afgestormd. Ik ken Delphine natuurlijk al een tijdje dus heb wat voorsprong op deze dames, maar hun poging om haar een jachtmes van twintig centimeter of een rateltje aan te smeren, lijken mij op voorhand verloren moeite. Maar toch, zoals gezegd beschikken de dames over veel doorzettingsvermogen en slagen ze er altijd wel in om iets van onder hun weelderig gewaad te toveren dat voor iets goed is. Al was het maar zoals ze zelf plegen te zeggen “for good luck, you buy for good luck”. Het onderhandelingsproces tussen de verkoopsters en Delphine dat daarna plaats vindt, is tot op vandaag een beetje flou in mijn hoofd. Deels doordat ik nog aan het video-bellen ben, deels doordat ondertussen een derde verkoper op de proppen is gekomen met het aanbod om mij te laten tatoeëren. Ik moet eerlijk zijn. Het aanbod om op het strand, ongevraagd en ongepland, een tattoo te laten zetten, was zeer aanlokkelijk. Tot op de dag van vandaag denk ik dat de enige reden dat ik het niet laten doen heb, het feit was dat mijn moeder getuige was van het aanbod om mij te tatoeëren. Anders had ik geen reden gezien om het niet te doen. Toch? Ondertussen is de zware onderhandelingsronde tussen Delphine en de twee verkoopsters uitgemond in een prachtdeal voor beide partijen. Delphine mag zich, mits betaling van de verwaarloosbare som van twee euro, de nieuwe eigenaar van een armbandje, halsketting en haarspeld noemen.
En zo liep het dagje aan het strand van Canggu op zijn einde en was het tijd om ons terug naar Ubud te begeven. Maar niet zonder te vermelden dat alle waarschuwingen die men hoort over het verkeer in Canggu, waar zijn. Het is één groot verkeersinfarct met te veel scooters en auto’s in veel te smalle straatjes. Men weze gewaarschuwd. En met deze gratis “Kijk Uit” tip, kan ik mijn blogpost afsluiten in de wetenschap dat ik in één artikel drie verschillende Belgische Tv-programma’s heb vernoemd.
Comments