top of page
Fréderic

Deel 13: La Douce France à Bali

Zoals eerder gezegd, is de villa waar we nu wonen, maar een tijdelijk onderkomen en moeten we dus blijven zoeken naar een plek waar we voor langere tijd kunnen wonen. Daarvoor rekenen we ook op onze chauffeur, Wayan. Vandaag trekken we met hem naar een villa die hij gevonden heeft. Twee dagen geleden had hij al een mooi filmpje doorgestuurd die ons met veel spanning deed uitkeken naar deze plek. Maar de prille vreugde werd al snel in de kiem gesmoord. Nadat we Ubud uit rijden, gaat het krinkeldewinkel en op-en-neer door de jungle en rijstvelden. En dat blijft het kilometers lang doen, steeds verder van de stad, steeds verder van de bewoonde wereld en vooral steeds verder van de plekjes die we zeker in de eerste maanden in onze buurt willen hebben. Na een rit van ongeveer twintig minuten, komen we aan op de bestemming. Eerlijk is eerlijk, Wayan heeft er een prachtige plek uitgekozen. De villa in koloniale stijl, telt drie slaapkamers, een mooie binnenplaats maar vooral een immense tuin die uitkijkt op eindeloze rijstvelden. Welke kant je ook opkijkt, er is geen huis te zien, enkel prachtige natuur, zo ver het oog kon reiken. Idyllisch en rustgevend, maar helaas te ver van de winkels, restaurants en yoga-plekken waar we op dit moment nog heel erg naar verlangen.


Prachtige tuin, dito uitzicht

Daags nadien contacteer ik via verschillende kanalen een tiental aanbieders van villa’s in de streek van Ubud, maar slechts één daarvan geeft ook een bevredigend antwoord. Het betreft ene Johan en Fadoi die een villa online aanbieden en daar een interessante prijs voor vragen als we die voor een half jaar zouden huren. Maar nog meer dan de foto’s en de interessante prijs, is mijn aandacht getrokken door zijn aanspreking met “Beste Fréderic & Delphine” en door zijn naam Johan. De man moet dus wel een link met België of Nederland hebben. En dat zullen we ook kunnen achterhalen, want aangezien ze zelf enkele dagen eerder in Bali zijn aangekomen, nodigen Johan en Fadoi ons uit om hen fysiek te ontmoeten. Zijzelf gaan morgen met enkele andere mensen eten in een restaurant op nog geen kilometer van onze deur en nodigen ons uit om hen daar te vergezellen voor de koffie.

Daags nadien springen we dan ook op de scooter en rijden tot aan het restaurant, benieuwd wat ons daar te wachten staat. Al meteen worden we hartelijk ontvangen door een koppel, mid-zestigers. De andere gasten zo blijkt, zijn hun Balinese familie, ofte het koppel dat hen al twintig jaar helpt in het huishouden samen met hun twee studerende dochters. Ondanks de naam “Johan”, blijken beiden toch over een Frans paspoort te beschikken en wonen ze deeltijds in Parijs en deeltijds in Nice met af en toe een uitstap naar hun woning in Bali. De reden waarom de man zo’n oer-Vlaamse/Nederlandse naam heeft, was heel ver terug in de tijd te zoeken. Zoals in een eerdere blogpost vermeldt, was Indonesië tot net na WO II een Nederlandse kolonie en de vader van Johan was in die tijd militair op Java, het belangrijkste eiland van Indonesië dat net ten westen van Bali ligt. En tijdens zijn lange verblijf leerde hij een Indonesische vrouw kennen waar hij een relatie mee had én na een tijdje ook een zoon, Johan. Toen de Nederlanders echter het land werden uitgejaagd in 1945, gaf zij het kind mee met de vader. Hij trok er enkele jaren mee naar Nederland om uiteindelijk in Frankrijk terecht te komen. Vandaar de Nederlandse naam, het Franse paspoort en de lichte Aziatische trekken bij Johan.

Nadat we dit allemaal te weten zijn gekomen, nodigt het koppel ons uit om mee te rijden naar hun woonst zodat we er een impressie van kunnen krijgen. Het huis is heel mooi en lijkt wel een paleis dat op een rotswand is gebouwd, met zicht op de jungle. Een riviertje stroomt zelf door hun tuin en is de afsluiting tussen het huis en het zwembad-gedeelte. Heel idyllisch allemaal. En het koppel hun gastvrijheid is ongelooflijk, fantastische mensen om te leren kennen. Maar toch is er een maar. Hoe mooi het gebouw ook is en hoe lief deze mensen ook zijn, helaas ligt ook deze villa iets te ver van Ubud. Ongeveer 15 minuten rijden, lijkt geen ongelooflijke afstand, maar als nieuwbakken inwoners van Ubud, zijn we nog niet voldoende aangepast aan het verkeer hier om er dagelijks een half uur in rond te tuffen. Daarenboven willen we nog zoveel ontdekken in Ubud en haar omgeving, dat een woning die ons noopt om minstens een half uur te rijden per dag, ons afschrikt. Nu verblijven we nog in een villa die amper een kilometer van de rand van de stad ligt en in minder dan drie minuten staan we in het centrum met de scooter. Dat opgeven, op dit moment waarbij we nog van alles moeten uitvogelen, is nog niet aan de orde. Maar ook al gaan we niet in op het aanbod dat we kregen van Johan en Fadoi, toch hebben we opnieuw heel aangename mensen leren kennen op dit eiland.

Comments


nieuwsbrief
bottom of page